Koliek is een veel voorkomende en potentieel levensbedreigende aandoening die op elk moment bij paarden kan optreden, ook tijdens de postpartumherstelperiode van een merrie. Verschillende factoren kunnen de kans op koliek bij postpartummerries vergroten, zoals veranderingen in het dieet, stress en beperkte mobiliteit tijdens de herstelfase. Postpartummerries lopen een groter risico op koliek vanwege verschillende factoren, zoals:
1. Hormonale veranderingen: De hormonale veranderingen die optreden tijdens en na het veulenen kunnen het spijsverteringsstelsel van de merrie beïnvloeden en haar vatbaarder maken voor koliek.
2. Verminderde voeropname: Na de bevalling ervaren merries vaak een verminderde eetlust als gevolg van normale pijn na het veulenen. Dit kan leiden tot veranderingen in de darmmotiliteit en een verhoogd risico op impactiekoliek.
3. Uitdroging: Merries kunnen tijdens het veulenproces uitdrogen door zweten en vochtverlies, wat ook het risico op koliek kan vergroten.
4. Fysieke stress: Het veulenproces kan fysiek stressvol zijn voor merries, en deze stress kan ook hun spijsverteringsstelsel aantasten en het risico op koliek vergroten.
5. Verminderde lichaamsbeweging: Merries kunnen na de bevalling in een stal of een kleine weide worden gehouden, zodat ze een band kunnen opbouwen met hun veulen en blessures kunnen voorkomen, maar dit kan ook leiden tot minder lichaamsbeweging en een verhoogd risico op koliek.
6. Eerdere koliek: Merries met een voorgeschiedenis van koliek lopen een groter risico op koliek na de bevalling dan andere drachtige merries.
7. Hoge graaninname: Merries die na de bevalling een graanrijk dieet krijgen, lopen een verhoogd risico op koliek. Een dieet met een hoog graangehalte kan paarden vatbaar maken voor dysbiose in de dikke darm en daaropvolgende koliek.
De bovenstaande lijst met risicofactoren voor postpartumkoliek omvat externe invloeden die de darmmicrobiota kunnen beïnvloeden. Hoewel bekend is dat postpartummerries een hoog risico lopen op koliek, wilden onderzoekers van de Universiteit van Guelph in Canada verder onderzoeken om vast te stellen of er een verband bestaat tussen de fecale microbiota en koliek bij postpartummerries.
Voor dit onderzoek werden fecale monsters genomen van 221 merries 14 dagen vóór de uitgerekende datum en opnieuw op dag vier, 14 en 28 dagen na het veulenen. De fecale monsters werden geanalyseerd met behulp van genextractie en sequencing om de aanwezige bacteriën en hun hoeveelheden te identificeren. De onderzoekers vonden weinig verandering in de microbiotapopulaties van merries die geen koliek hadden tijdens hun herstel na de bevalling. Er werden echter significante verschillen waargenomen in de microbiota van de 24 merries die tijdens de onderzoeksperiode koliek ontwikkelden, zelfs voordat er tekenen van koliekpijn merkbaar waren.
Het is van cruciaal belang dat merrie-eigenaren begrijpen dat postpartummerries een groter risico lopen op koliek. Het is essentieel om de postpartummerrie te voorzien van een dieet en een managementplan dat haar risico op koliek vermindert. Dit omvat het vermijden van overmatige graaninname, het beperken van eventuele veranderingen in het dieet, het zorgen voor voldoende voerinname, het beheersen van eventuele pijn na het veulenen, het minimaliseren van stress en het zorgen voor voldoende dagelijkse bewegingsoefeningen. Het is ook essentieel om postpartummerries nauwlettend in de gaten te houden en eventuele tekenen van koliek onmiddellijk te bespreken met uw dierenarts.
We gebruiken FullBucket Probiotica bij de Fenway Foundation en raden probiotica ten zeerste aan voor alle paarden, vooral voor paarden die extra ondersteuning nodig hebben, zoals paarden die antibioticatherapie krijgen, paarden die herstellen van koliek of koliekchirurgie, drachtige en postpartummerries, en veulens.
Referentie: “ Veranderingen in de fecale microbiota van merries gaan vooraf aan de ontwikkeling van postpartumkoliek”, Equine Veterinary Journal, oktober 2014.
